In gesprek met Jeroen van der Waal, hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit en sinds kort ambassadeur voor Oefenen.nl.
Waarom heb je ‘ja’ gezegd tegen jouw rol als ambassadeur voor Oefenen.nl?
‘Omdat er een breed palet aan redenen zijn waarop mensen het in het reguliere onderwijs niet halen. Bijvoorbeeld omdat je je op school niet prettig voelt of omdat er in je thuissituatie iets niet lekker loopt. En uiteindelijk ben je volwassen. Als er dan naast het reguliere onderwijs een alternatief is zoals Oefenen.nl waarmee je jezelf kennis kunt bijbrengen en het liefst ook nog op een manier waar je je wel goed bij voelt. Ja, dan is dat is een geweldig initiatief, dat moet er zijn!’
Hoe zag jouw onderwijsroute eruit?
‘Door mijn wangedrag werd ik van de Mavo gestuurd. Ik was zogezegd een Mavo-drop-out en ben zonder middelbareschooldiploma op mijn zestiende gaan werken. Als je in Sliedrecht opgroeit, word je dan baggeraar, stratenmaker of je gaat varen. Ik ben gaan varen. Zo gaat dat in het arbeidsmilieu waar ik vandaan kom. Ik kom uit een familie van tegelzetters, vrachtwagenchauffeurs en stukadoors.’
Hoe ben je uiteindelijk socioloog geworden?
‘Ik voer bij een rederij met chemicaliëntankers. Daar had ik op den duur MBO-diploma’s nodig. Die haalde ik in sneltreinvaart. Later ontmoette ik een collega, een oude visser met veel ervaring en we hadden dezelfde interesse in boeken. Hij zei: “Moet jij niet eens iets lezen dat je meer uitdaagt?” en zo las ik opeens A.F.Th. van der Heijden. Zijn boeken pakten mij meteen. Bij elke pagina had ik wel mijn woordenboek nodig. Toen ben ik geïnteresseerd geraakt in literatuur en heb ik me ingeschreven voor een studie literatuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Dat is natuurlijk ideaal, je kunt je vanaf 21 jaar gewoon inschrijven. Met mijn propedeuse onder mijn arm schreef ik mij op mijn 27e in voor een studie sociologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Dat was een van de weinige studies die zowel overdag als ‘s avonds te volgen was. Flexibel onderwijs dus. Ik koos voor een baan in ploegendienst en werd operator in de haven van Rotterdam.’
Wat was jouw beeld van een studie aan de universiteit?
‘De universiteit had mij vergeten een bevestiging te sturen van mijn toelating. Dus toen ik informeerde hoe het zat, dacht ik steeds. “Ik ben niet goed genoeg. Ze nemen mij niet aan en ook niet serieus”. Toen ik begon met studeren aan een “echte universiteit” dacht ik dat ik net aan een zes zou halen. Maar het bleek heel haalbaar. Ik kwam in een gezellige club met studenten en docenten die wetenschappelijk onderzoek deden. Daar zagen ze mijn talent voor wetenschappelijk onderzoek. Ik ontmoette de juiste mensen op het juiste moment. Was ik bij een ander afgestudeerd, dan had ik nog in de haven gewerkt.’
Had Oefenen.nl jou misschien iets gebracht toen je jonger was en Mavo-drop-out?
‘Ik begon in mijn volwassen leven op een gegeven moment open te staan voor taal en leren, dus dat zou goed kunnen. Het is belangrijk dat je überhaupt op alle plekken ter wereld de dingen moet kunnen doen die je wilt doen. Dus ook studeren. Sommige mensen passen beter in de formele structuren dan anderen. Ik paste er, toen ik jong was, wat minder goed in. Dat wil niet zeggen dat ik niet kon leren of wilde leren. Ik had er op die manier in ieder geval geen zin in. Kinderen leren snel, daarom werkt onderwijs voor kinderen wel, maar verder hebben ze allemaal eigenschappen, wanneer de hormonen door je lijf gieren, die zich heel slecht verhouden tot het volgen van onderwijs. Het is een groot goed dat Oefenen.nl met zo weinig mogelijk belemmeringen toegankelijk wordt aangeboden.’
Wat zie jij in het onderwijs op het gebied van basisvaardigheden?
‘In formeel onderwijs gaat lezen en schrijven achteruit. Dat is vooral een probleem voor kinderen die thuis minder taal meekrijgen. Kinderen leren minder woorden als ouders zelf een lage woordenschat hebben. Het opleidingsniveau van de ouders is een van de sterkste voorspellers voor de onderwijsprestaties van kinderen. Als het formele onderwijs slechter wordt, dan worden de verschillen groter en wordt de thuissituatie bepalender. En dat is zorgelijk, want er is niets mooier dan kunnen lezen en schrijven.’
‘Een deel van de (jong) volwassenen voelt een grote afstand tot formele instituties. Hoe meer een plek associaties oproept met formeel onderwijs en met de overheid, hoe minder ze er naartoe gaan’
Bij welke vindplaatsen zou Oefenen.nl een plek moeten hebben?
Toen ik aan het klieren was op school, kwam ik veel in de bibliotheek. Daar kon ik lekker ongestoord muziekblad OOR lezen. De bibliotheek vond ik een fijne plek, omdat daar niet de hiërarchische relatie was met een docent. Het is typische wél een plek waar een deel van de mensen zich senang voelt om daar te lezen en ook te leren.
Met welke organisaties zou Oefenen.nl nog meer moeten samenwerken?
‘Ik zou kijken naar beroepsverenigingen, naar werkgevers waar mensen meer training kunnen gebruiken op het gebied van basisvaardigheden. In sociale werkplaatsen en in de groenvoorziening bijvoorbeeld. Als medewerkers bij deze werkgevers achter een computer kunnen zitten en zich kunnen bezighouden met ontwikkeling, zou dat mooi zijn. Want er is een deel van de (jong) volwassenen dat een grote afstand voelt tot formele instituties. Hoe meer een plek associaties oproept met formeel onderwijs en met de overheid, hoe minder ze ernaar toe gaan. Dus maak contact met jongerenwerk, de jeugdhonken en buurthuizen. En maak kennis met de mobielen, de vrachtwagenchauffeurs, de beveiliging, medewerkers in de havens. Zij kunnen naast en soms tijdens hun werk ook nog andere dingen doen. Oefenen kan ook prima in de nachtdienst.’
Wat zie jij gebeuren op het gebied van digitale ontwikkeling en volwassenen?
‘Jongeren groeien op met de digitale ontwikkeling. Maar zeker volwassenen die in hun werk minder digitale zaken tegenkomen, zijn vaak digitaal beperkt. Ik ga met jongens van vroeger naar concerten met het ‘stevige-gitaarwerk’. Ik stuurde een e-mail om een datum af te stemmen, maar deze vrienden gebruiken de mail niet op die manier. Het is niet dat zij geen e-mail begrijpen, maar zij hebben een leven waarin zij hun mailbox maar een keer per maand openen. Dan raak je op den duur op een afstand. Want er gaan steeds meer zaken online. Wat voor jou normaal is, is dat niet voor iedereen.’
Wat neem je mee vanuit jouw ervaring op basis van jouw onderzoeken als het gaat om mensen uit onze doelgroep?
‘Als je echt wilt weten wat mensen beweegt met een lage opleiding? Dan moet je ze thuis bezoeken. En laat ze hun vrienden en familie uitnodigen; hun vertrouwde club. In het begin loopt het gesprek misschien stroef. Maar op den duur beginnen mensen te vertellen waar zij tegenaanlopen in de samenleving. En waar zij een afstand ervaren. Onderzoekers waarmee ik werkten, spraken soms wel zes uur lang met hun respondenten. Ze werden uitgenodigd om te komen eten, zaten met een bord op schoot met een fles bier erbij. Dat is wat je wilt hebben, dat is vertrouwen winnen. En dan hoor je het echte verhaal.’
Jeroen van der Waal
Prof.dr. Jeroen van der Waal is hoogleraar Stratificatiesociologie aan de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences, en medeoprichter van het Erasmus Institute on Culture and Stratification. Hij promoveerde in 2010 cum laude op een proefschrift over ongelijkheid in steden. Veel van zijn onderzoek richt zich op de rol van statusverschillen in de opleidingsbreuklijn, waarover hij publiceerde in toonaangevende tijdschriften in velden als bestuurskunde, epidemiologie, maatschappelijke gezondheidszorg, sociologie, politicologie en psychologie.
Bekijk zijn artikelen op: https://www.eur.nl/people/jeroen-van-der-waal