De Raad van Toezicht (RvT) van Oefenen.nl heeft een nieuw lid, Nathan Ducastel. Nathan is directeur bij VNG Realisatie, onderdeel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Wie is hij, en wat bracht hem naar Oefenen.nl?

Kun je jezelf kort voorstellen, op werkvlak?
‘Ik ben directeur bij VNG Realisatie. Dat is een club die zich bezighoudt met ontwikkel-, uitvoering- en handhavingsondersteuning van alle gemeenten. In de directie heb ik dienstverlening, uitvoering en digitale overheid in mijn portefeuille. Met die onderwerpen vertegenwoordig ik gemeenten bij het rijk. Daarnaast heb ik nog een aantal nevenfuncties.’

Waarom ben je in de Raad van Toezicht van Oefenen.nl gestapt?
‘Ik vind het interessant om van dichtbij betrokken te zijn bij directe dienstverlening, zoals Oefenen.nl die aan mensen biedt. Dat doet VNG ook, maar via gemeenten. Oefenen.nl vind ik een sympathiek initiatief, omdat het mensen in staat stelt mee te doen in de samenleving.’

Wat heb je met een onderwerp als volwasseneneducatie?
‘We hebben het er vaak over dat meer dan twee miljoen mensen moeite hebben met lezen en schrijven, of niet digitaal vaardig zijn. Voor de samenleving is het niet goed dat we die groep missen. We moeten ons best doen om ze erbij te betrekken. Gemeentes zijn daarin ook actief, niet in de laatste plaats via bibliotheken. Daar wordt veel met Oefenen.nl gewerkt, dus daar zie ik een link. Oefenen.nl biedt mensen die het nodig hebben de kans om zich bij te spijkeren.’

Wat wil je gaan betekenen voor Oefenen.nl?
‘Als lid van de RvT hoop ik wat inspiratie, verbinding en creativiteit te brengen met een blik van buiten.’

Welke toekomst zie je voor Oefenen.nl?
‘Het zou natuurlijk het mooist zijn als Oefenen.nl niet meer nodig is, maar dat zie ik niet gebeuren in de nabije toekomst. Daarom hoop ik dat Oefenen.nl de samenleving zo goed mogelijk blijft ondersteunen bij het meedoen. Want daar gaat het om: het gevoel hebben dat je ertoe doet en meedoet. Ik hoop dat Oefenen.nl zoveel mogelijk mensen blijft bereiken, en mooie samenwerkingen aangaat met andere initiatieven, die elkaar aanvullen.’